“Stemmen? Waarom zou ik? Heeft toch geen zin”, zegt een student tijdens de burgerschapsles. Een groot deel van de klas knikt mee. “Waarom denk je dat het geen zin heeft?”, reageert de docent. “Ze luisteren toch niet naar ons”, krijgt hij als antwoord. Een ander plakt daar achteraan: “Ze doen niks voor ons. Ze komen hier nooit langs, maar gaan wel bij de universiteit kijken. Ze weten niet wat wij willen en het boeit ze ook niet.”
Als docent Burgerschap sta je soms voor een lastige taak. Je wil de studenten iets meegeven: kennis over de democratie, hoop, vaardigheden om hun stem te laten horen en democratische invloed uit te oefenen. Tegelijkertijd snap je ook waar hun desinteresse en teleurstelling vandaan komt. In de Tweede Kamer zitten nauwelijks mensen met een MBO-achtergrond die uit eigen ervaring weten hoe woningnood, stage-discriminatie of klimaatcrisis de studenten raakt. Verder hebben de toeslagenaffaire, stikstof- en coronabeleid het vertrouwen in politici geen goed gedaan. Daarbovenop hebben we nu ook nog een regering die Nederlanders met een migratie-achtergrond als tweederangsburger wegzet en zelfs dreigt hun paspoort af te pakken. MBO’ers voelen zich dan ook niet erg serieus genomen door de politici, blijkt ook steeds opnieuw uit onderzoek (Lees meer).
Hoe bereik je als docent toch die teleurgestelde studenten?
Het start met een goed gesprek vanuit inlevingsvermogen. Geen preek of lesje, maar met open vragen en goed luisteren proberen te begrijpen waarover je studenten teleurgesteld zijn. Dat betekent je eigen mening even tussen haakjes zetten en vanuit nieuwsgierigheid doorvragen. Inventariseer vervolgens wat jouw studenten graag anders zouden willen. Maak daarvoor goede gespreksafspraken: we beledigen niemand! Staat er een mooie lijst op het bord? Laat de klas dan samen de belangrijkste 3-5 onderwerpen kiezen. Bespreek ook wie er eigenlijk beslissingen maakt over die onderwerpen: de gemeente, de provincie, de Rijksoverheid? (Gaat het om woningen, dan moet je bij de gemeente zijn. Gaat het over stagediscriminatie, dan heb je meer aan de Rijksoverheid. Is stikstof je zorg? Daarover gaat vooral de provincie.)
De volgende stap is studenten zélf laten nadenken over oplossingen. Geef ze mee dat een oplossing pas werkt als niet alleen jijzelf er beter van wordt. En een oplossing die de wet overtreedt of mensenrechten van anderen schaadt, kan ook niet. Zorg ook dat je fact-checkt: als studenten denken dat een migratiestop de woningnood zou oplossen, is het een goed idee om de migratiecijfers naast de woningcijfers te leggen om te laten zien dat dat niet klopt.
Laat je studenten voorbeelden zien of zoeken van een actie die tot verandering leidde. Denk aan de campagne Stem op een Vrouw, de acties van Nederland wordt Beter, de boeren-protesten tegen het stikstofbeleid en het werk van Controle-Alt-Delete. Dit ter inspiratie voor de laatste, belangrijkste stap: Zelf actie ondernemen en invloed uitoefenen! Die brief schrijven aan een politieke partij, een postercampagne starten in de school, inspreken bij de gemeente, een brief insturen naar de krant, een buurtactie beginnen of een vlog maken. Laat ze ervaren dat hun mening er wél toe doet. Hoop en geloof in eigen kunnen, groeien nu eenmaal niet door thuis te zitten balen, maar door samen verschil te maken.
Hulp nodig om studenten tot actie aan te zetten? Kijk dan ook eens op de website van Stichting Stadslab: hetstadslab.nl
Joska Kruijssen
Directeur & Adviseur Bureau Common Ground
Reacties